Uw kat laten inenten

Vaccinaties, ook wel inentingen genoemd, worden gegeven om uw kat te beschermen tegen ernstige en dodelijke, besmettelijke ziektes. In dit artikel lees u wat vaccineren is, tegen welke ziektes we vaccineren en hoe vaak u dit moet laten doen.

Wat is vaccineren?

In een vaccinatie zit een klein stukje dood of onschadelijk gemaakt virus of een bacterie. Nadat een vaccinatie gegeven is, gaat het lichaam van uw kat antistoffen aanmaken tegen de ziekte die het virus of de bacterie veroorzaakt. In sommige gevallen is het nodig om de vaccinatie te ‘boosteren’. Dit betekent dat de vaccinatie na enkele weken herhaald wordt om uw kat van een optimale bescherming te voorzien.

Waarom vaccineren we?

We vaccineren om de gezondheid van uw kat te beschermen. Wanneer uw kat in contact komt met een ziekte waar hij tegen ingeënt is, zal uw kat niet of veel minder ziek worden dan zonder de bescherming van het vaccin.

Doordat we huisdieren vaccineren komen ernstige infectieziektes bijna niet meer voor in Nederland. Dit betekent echter niet dat vaccineren overbodig is geworden. Uitbraken komen namelijk nog steeds voor, bijvoorbeeld doordat zieke dieren vanuit het buitenland Nederland binnen komen. Gevaccineerde geven indirect een bescherming af aan ongevaccineerde dieren. Wanneer we onze katten niet vaccineren, neemt de kans op een uitbraak en het oplopen van een ziekte toe.

Tegen welke ziektes wordt uw kat ingeënt?

Uw kat kan tegen de volgende ziektes worden ingeënt:

Kattenziekte: Een ernstige en zeer besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door het panleukopenievirus. Dit virus is verwant aan het parvovirus dat voorkomt bij honden. Verschijnselen zijn hoge koorts, ernstige buikpijn, diarree en braken. Deze ziekte kan een dodelijke afloop hebben.
Niesziekte: Veelvoorkomende symptomen zijn niezen, waterige of ontstoken ogen en een verminderde eetlust. Niesziekte is vaak goed te behandelen, maar katten kunnen drager blijven van het virus. Bij een verminderde weerstand kunnen ze opnieuw last krijgen van de ziekte. Vaccinatie kan besmetting niet 100% voorkomen, wel is de kans na vaccinatie veel kleiner. Mocht uw kat toch ziek worden, dan zijn de symptomen vaak minder erg. Naast de injectie bestaat er een aanvullende neusdruppel tegen de bacterie. Dit vaccin is soms verplicht bij kattenpensions.
Rabiës: Deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus en is bijna altijd dodelijk. In Nederland komt rabiës niet voor, maar wanneer u met uw kat naar het buitenland gaat, is een rabiësvaccinatie verplicht. Let goed op: uw kat dient 21 dagen voor vertrek ingeënt te zijn. Reist u naar een land buiten de EU, let dan ook op eventuele aanvullende eisen.
Rabiës kan worden overgedragen op mensen door een krab of beet van een besmet dier.

Indien uw kat naar een pension gaat, is het verstandig om uw kat te laten inenten tegen bordetella. Ook wordt dit geadviseerd als uw kat samenwoont met meerdere katten of honden.

Hoe vaak moet uw kat worden ingeënt?

Alleen gezonde katten kunnen worden gevaccineerd. Kittens worden tot een leeftijd van 6 maanden meerdere keren gevaccineerd om zo vroeg mogelijk voldoende bescherming op te bouwen. Katten worden volgens het volgende vaccinatieschema ingeënt (er kan een schema op maat worden toegepast indien de situatie van uw huisdier hierom vraagt).

9 weken: niesziekte en kattenziekte
12 weken: niesziekte en kattenziekte
6 maanden: niesziekte en kattenziekte
1,5 jaar: niesziekte
2,5 jaar: niesziekte
3,5 jaar: niesziekte en kattenziekte
Etc.

Wat zijn de bijwerkingen van een vaccinatie?

De kans op bijwerkingen na een vaccinatie is klein. Het kan voorkomen dat uw kat de dag na de vaccinatie niet helemaal fit is. Allergische reacties komen gelukkig zeer zelden voor.

Titerbepaling

Als alternatief voor het vaccinatieschema, kunt u door middel van bloedonderzoek laten testen of het nodig is om uw kat te vaccineren. Deze test is helaas niet betrouwbaar voor het vaccin tegen niesziekte.